Home > ARTIKEL > Ex-gedetineerden blijven financieel vastlopen: ‘Geef ze meer perspectief.’
ARTIKELINTERVIEW

Ex-gedetineerden blijven financieel vastlopen: ‘Geef ze meer perspectief.’

Vrijwel iedereen die uit detentie komt heeft financiële problemen. Tegelijkertijd zijn schulden een voorspeller voor toekomstig crimineel gedrag. Hoe doorbreek je deze vicieuze cirkel? Gercoline van Beek promoveerde op 19 december 2022 op de complexiteit van financiële problematiek onder reclasseringscliënten. Ze pleit voor anders kijken naar daderschap.

Van de 250 reclasseringscliënten van wie Van Beek de dossiers bekeek, hadden er 246 financiële problemen. Dit was vrijwel altijd in combinatie met andere problemen zoals met huisvesting, huiselijk geweld, een verslaving of geen betaald werk. De overige 4 cliënten hadden misschien niet direct problemen met hun financiën maar ook bij hen speelde hun financiële situatie een rol. Ze hadden er geen overzicht over, ze werden onderhouden door hun ouders of ze kregen nog geld uit het criminele circuit. Van Beek: ‘Bijna 200 mensen hadden schulden waar ze zonder hulp niet meer vanaf konden komen.’

Tegen muren oplopen

De meeste schulden hadden ze bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Vaak ging het ook om niet betaalde premies voor de zorgverzekering, achterstand in het betalen van huur en hypotheek en schulden bij de Belastingdienst. De schulden liepen regelmatig op tijdens hun detentie omdat hun vaste lasten doorliepen terwijl ze op dat moment geen inkomsten hadden. Volgens van Beek die vandaag, 19 december 2022, promoveert aan Tilburg University met het proefschrift De complexiteit van financiële problematiek onder reclasseringscliënten willen ex-gedetineerden vaak wel hulp om van hun schulden af te komen. Soms zetten ze ook de eerste stappen. Maar daarna lopen ze al snel tegen muren op.

Beperkte opleidingsniveau

Veel ex-gedetineerden overzagen sowieso niet welke vervolgstappen ze moesten zetten, mede door hun licht verstandelijke beperking. Ze hadden bijvoorbeeld geen DigiD of wisten niet hoe ze daarmee moesten omgaan. Van Beek. ‘Uit schaamte of stress lieten ze het er dan maar bij zitten. Werk krijgen is sowieso niet makkelijk als je net uit detentie komt. En een uitkering aanvragen duurt lang. Vindt een ex-gedetineerde wel werk, dan verdient hij door zijn beperkte opleidingsniveau meestal niet genoeg om zijn schulden te kunnen afbetalen. Dus gaat hij weer terug naar het criminele circuit waar hij wel snel geld kan verdienen.’

Wantrouwen

Wat ook niet helpt is dat de gemeentelijke nazorg gericht is op zelfredzaamheid. Ex-delinquenten hebben veel wantrouwen naar dit soort organisaties en kloppen daar liever niet aan. Van Beek: ‘Ze snappen bovendien vaak de termen niet die hulpverleners daar gebruiken en missen maatwerk. Sowieso is de toegang tot hulp voor ex-gedetineerden vaak beperkt als ze zijn teruggevallen in een delict. Hebben ze schulden opgebouwd binnen het criminele circuit, dan kan de schuldhulpverlening simpelweg weinig voor hen doen.’

Schaamte

Hulpverleners die Van Beek sprak vonden het vaak lastig met ex-delinquenten hun schulden te bespreken, omdat die zich vaak schaamden en dreiging voelden vanuit het criminele circuit. Bovendien bleken hulpverleners vaak niet te weten hoe ze konden helpen of naar wie ze konden doorverwijzen.

Aandacht in de gevangenis

Hoe kan het beter? Trainingen die gedetineerden in de gevangenis krijgen om weer te kunnen resocialiseren zouden veel meer structureel gericht moeten zijn op hoe cliënten met financiën kunnen omgaan, zegt Van Beek. Daarin hoort het ook te gaan over welke financiële risico’s en andere problemen ze bij hun vrijlating kunnen tegenkomen. Van Beek: ‘Gevangenissen zouden ook structureel moeten uitvragen in hoeverre dit probleem bij ex-gedetineerden speelt, dit monitoren en doorgeven aan andere professionals.’ Nu ontbreekt vaak een warme overdracht vanuit de gevangenis naar reclasseringsmedewerkers die ex-delinquenten gaan begeleiden. Van Beek: ‘Casemanagers in de gevangenis doen vaak wel hun best maar zijn beperkt zolang ze niet in een netwerk van hulpverleners samenwerken.’

Risico’s

Hulpverlenersorganisaties op hun beurt zouden veel meer kennis moeten hebben over hoe groot de financiële problemen zijn bij ex-gedetineerden, wat de gevolgen voor hen zijn, welke risico’s ze lopen en wat voor hulp zij nodig hebben. ‘Train professionals hierin en faciliteer een interdisciplinaire samenwerking’, adviseert Van Beek.

Geen perspectief

Maar hulpverleners kunnen zelf ook veel meer doen. Van Beek vindt een andere visie op schuldhulpverlening noodzakelijk. ‘Het hele schuldensysteem in Nederland is georganiseerd rondom de gedachte dat cliënten niet willen betalen. Maar ze missen perspectief. Veel daders en ook slachtoffers hebben in hun jeugd bovendien diverse vaardigheden niet aangeleerd. Laat dus zien hoe ze op een legale manier kunnen rondkomen. Heel vaak is hen dat nooit verteld.’

Juiste interventie nodig

Ze verwijst naar een onderzoek van een paar jaar geleden dat ze samen met haar collega’s deed naar de aanpak van schulden bij cliënten van wijkteams. Daaruit bleek dat 60 tot 90 procent van hen schulden heeft. ‘Kijk als hulpverleners naar wat de oorzaken hiervan zijn en waarom zij daar maar niet vanaf komen. Pak dit samen met de cliënt en andere disciplines zoals bewindvoerders en, in geval van gedetineerden, de reclassering aan en stem je interventie hierop af.’

Rotterdamse aanpak

In de loop van haar onderzoek kwam Van Beek relatief weinig goede aanpakken tegen. Eén van de uitzonderingen is de Rotterdamse aanpak waar een gemeentelijk expertiseteam financiën, vrijwilligers en de reclassering op basis van hun expertise structureel samenwerken in het begeleiden van ex-gedetineerden. Binnen deze samenwerking heeft de reclassering kennis van het gedrag van cliënten. Vrijwilligers doen praktische werkzaamheden zoals meegaan met de cliënt naar afspraken en ze helpen hen met hun administratie. De financiële expert leidt de cliënt naar de schuldhulpverlening. Van Beek: ‘De drie samenwerkingspartners hebben vanaf het moment dat een gedetineerde wordt vrijgelaten contact met elkaar. Als een cliënt bijvoorbeeld niet bij de schuldhulpverlening aankomt, seint de financiële expert dat naar de reclassering die hem kan stimuleren daar toch naartoe te gaan.’

Lastig te strikken

Dat deze drie partners samenwerken is al een hele goede stap voorwaarts, zegt Van Beek. ‘Wellicht moet nader worden onderzocht wat de justitiële keten en het sociaal domein nog meer kunnen doen in de samenwerking om tot een goede preventie en een goede nazorg voor ex-gedetineerden te komen. Want uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat zij voorgoed van hun schulden kunnen afkomen en daarmee veel lastiger te strikken zijn voor het criminele circuit.’

Karin van Lier

Dit artikel verscheen op 19 dec 2022 op ZorgWelzijn.nl