Home > ARTIKEL > ‘Elke dag als de agressie in mijn hoofd te groot wordt.’
ARTIKELREPORTAGE

‘Elke dag als de agressie in mijn hoofd te groot wordt.’

In de Haagse wijken Moerwijk en Morgenstond is steeds meer ondermijnende criminaliteit. Reclasseringsmedewerker Willy Topçu werkt met man en macht om zijn cliënten daar uit te houden. Met succes.

 

De reden dat een cliënt zich had laten verleiden om thuis een hennepkwekerij te beginnen, kon ze haarfijn uitleggen. Willy Topçu: ‘Elk jaar in september kreeg ze al buikpijn van de stress omdat ze straks weer geen geld zou hebben voor een sinterklaascadeautje voor haar dochtertje. En geen cadeau betekende dat het meisje als stout werd gezien op school.’ De georganiseerde misdaad had de vrouw in ruil voor crimineel geld het klusje laten uitvoeren. Hierdoor belandde ze zelf ook in de criminaliteit.

Ondermijning aanpakken

Topçu, medewerker bij Reclassering Nederland, leunt in het Haagse politiebureau Zuiderpark met zijn stoel tegen de muur. Zijn samenwerkingspartner Roel Rutten zit tegenover hem. Rutten begeleidt vanuit GGZ Parnassia wijkbewoners met sociaal-maatschappelijk en psychische problemen. Samen pakken ze de ondermijning in de wijken Moerwijk en Morgenstond aan.

De strijd tegen criminele uitbuiting begint bij de jongerenwerker in de wijk.Dat is de belangrijkste conclusie van onderzoek onder professionals van het Centrum Kinder- en Mensenhandel. Volgens dit onderzoek worden vaak jongeren van 12 tot 18 jaar betrokken bij criminele activiteiten als drugsdelicten, diefstal, prostitutie en fungeren als geldezel. ‘Deze slachtoffers signaleren en beschermen is cruciaal willen we de jongeren niet verliezen aan het criminele circuit.’

‘Perspectief van slachtoffers laten zien’

Topçu houdt in opdracht van justitie toezicht op verdachten en veroordeelden en gaat na of zij zich houden aan de voorwaarden die de rechtbank hen heeft opgelegd. Hij adviseert het Openbaar Ministerie met een plan van aanpak hoe veroordeelden weer goed en veilig kunnen terugkeren in de maatschappij en zorgt dat zij krijgen wat zij daarvoor nodig hebben. Topçu: ‘Maar ik laat mijn cliënten ook het perspectief van de slachtoffers en de maatschappij zien.’

Lamgeslagen

Topçu is overtuigd. Ondermijning aanpakken lukt alleen als je opdrachtgevers repressief aanpakt en de meelopers een alternatief perspectief biedt, weg van de criminaliteit. ‘Door kopstukken streng te straffen laat je zien dat criminaliteit niet loont.’ Met zijn samenwerkingspartner en met hulp van de gemeente en de woningbouwcorporatie zorgt hij dat ‘meelopers’ na gesprekken met hen snel werk, coaching of een dagbesteding krijgen en eventueel een nieuw onderdak en hulp via de Wmo.

Dat lukt vaak al binnen een week. Topçu: ‘Via maatwerk zorgen we dat mensen een fundament krijgen om weer hun eigen leven in te vullen. Vaak willen ze dat ook wel, maar weten ze niet hoe.’

Meer weten over de rol van de sociaal werker rondom ondermijning? Geef je op voor het Jaarcongres Georganiseerde criminaliteit en ondermijning: Werk voor het sociaal domein.

Forse multiproblematiek bij zorgmijders

Om goed op de hoogte te zijn van de problematiek werkt Topçu vooral in de wijk. Hij bezoekt er zijn cliënten en heeft regelmatig contact met partijen en personen die daar actief zijn, zoals de wijkagenten die de rust en veiligheid in de wijken moeten vergroten.

Elke week voert Topçu overleg met Rutten. Ze merken dat ggz-cliënten steeds vaker worden ingezet in de drugshandel. Rutten: ‘Er is forse multiproblematiek bij vooral zorgmijders. Ze zijn financieel van de regen in de drup geraakt, lamgeslagen en teleurgesteld in het systeem. Zo zat een man al een jaarlang met een plaat voor zijn kapotte raam omdat de woningbouwcorporatie niet kwam opdagen. Terwijl ik meteen voor hem kon regelen dat het gerepareerd werd.’

 

Dit artikel verscheen op 4 juli in het magazine Zorg+Welzijn.